06 Oct

Appel-abrikozen taartje

Ik kan echt blij worden van een stukje appeltaart. Vooral als het buiten regent, waait, en er overal gekleurde herfstblaadjes liggen. En al helemaal wanneer ik op de bank kan zitten met een dekentje, een serie en een kopje thee. Klinkt vast bekent toch?
Ik besloot om dit keer een nieuwe variant te maken op de old-school appeltaart. Een kleintje, en in combinatie met abrikozen. Dat maak het net iets zoeter. Door de bastogne koeken krijgt het weer de speculaasachtige smaak die perfect past bij deze tijd van het jaar. Heb ik je al genoeg lekker gemaakt?

Ingrediënten

    Tartelette-bakje

    • 200 gram bloem
    • 30 gram amandelmeel
    • 80 gram poedersuiker
    • Snuf zout
    • 120 gram boter
    • 1 ei

    Vulling

    • 3 appels
    • 9 halve abrikozen (uit blik)
    • 9 bastognekoeken

    Crumble

    • 100 gram bloem
    • 15 gram amandelmeel
    • 40 gram poedersuiker
    • 60 gram boter
    • Snufje zout

    Bereidingswijze

    Bodem:

    Indien je speciale tartelette-ringen gebruikt: Vet deze NIET in! Leg ze wel alvast klaar op een bakplaat met bakpapier. Indien je gewone kleine vormpjes gebruikt, vet deze dan wel in.


    Doe de bloem, het amandelmeel, de poedersuiker en het zout in een kom. Snijd de boter in stukjes. Kneed de stukjes boter dan met je handen door de droge ingrediënten. Wanneer je alles gekneed hebt tot kruimels voeg dan het ei toe. Kneed nog even totdat je weer een glad deeg heb. Maak hier dan een lap van, doe deze in folie en leg minstens een uur in de koelkast.


    Vulling:

    Schil de appel en snijd deze in kleine blokjes. Snijd ook de abrikozen in stukjes, zorg dat je deze niet té klein maakt want dan veranderd het straks in puree. Verkruimel daarna de bastognekoeken. Deze gaan dadelijk de basis vormen voor je vulling.


    Bouwen:

    Tijd om je tartelette-bakje te bouwen!

    Verwarm de oven voor op 170 graden.  

    Als je deeg in uur in de koelkast heeft gelegen zal je merken dat het steviger is geworden.

    Bestuif het aanrecht met bloem en rol het deeg uit tot een dunne lap van ongeveer 0,5 cm dik.

    Snijd/druk hier rondjes uit die net iets kleiner zijn dan je tartelette-ring. Dit gaat straks je bodem worden.

    Snijd daarna repen die even hoog zijn als de tartelette-ring. Duw deze zachtjes tegen de binnenkant van de ring. Leg hier nu het rondje voor de bodem in.


    Gebruik je gewoon kleine vormpjes i.p.v. tartelette-ringen? Bekleed daarvan gewoon de zijkanten en de bodem. Net zoals je zou doen bij een gewone appeltaart.


    Bak nu de tartelettes goudbruin in de voorverwarmde oven. Dit duurt 15 tot 20 minuten. Ondertussen kan je vast de crumble maken.


    Crumble:

    Doe de bloem, het amandelmeel, de poedersuiker en het zout in een kom. Snijd de boter in stukjes. Kneed de stukjes boter dan met je handen door de droge ingrediënten. Wrijf als laatste nog even het hele deeg door je handen. (Doe net alsof je je handen wast, laat het deeg er zo tussendoor kruimelen, zo voorkom je grote brokken).


    Vullen:

    Je kunt er voor kiezen de tartelettes in de ringen/vormpjes te laten zitten of ze er alvast uit te halen. Dit ligt eraan wat je zelf de prettigste manier van werken vind. Laat ze in ieder geval eerst afkoelen voordat je ze gaat vullen.


    Strooi een laagje van de bastognekruimels op de bodem van je tartelette-bakje. Meng de gesneden appels met de gesneden abrikozen. Vul dan het bakje tot de rand met de appel en abrikoos.

    Strooi er nu een royale laag crumble-deeg overheen.


    Zet de tartelettes weer terug in de oven op 170 graden. Bak de crumble en vulling gaar in ongeveer een kwartiertje.


    Enjoy! Liefs,